donderdag 9 juni 2016

Kinderen begeleiden bij dementie


Ontdekken dat iemand waar je veel van houdt dementie heeft is een hele klap om te verwerken. 
Dit geldt ook voor jongeren en voor kinderen. 
Je moet aan kinderen ook uitleggen wat er aan de hand is, dit helpt ze om met alle aankomende veranderingen om te gaan. 


Instinctief willen we allemaal onze kinderen beschermen tegen vervelende en moeilijke gebeurtenissen. Toch is het belangrijk om kinderen te betrekken bij ingrijpende zaken die in het gezin of in de familie gebeuren.

- Kinderen zijn gevoelig voor sfeer en voelen het aan als er iets mis is. Als hen niet vertelt wordt wat er aan de hand is dan gaan ze zelf op zoek naar antwoorden en kunnen ze tot de verkeerde conclusie komen.

- Ook al is het slecht nieuws wat ze te horen krijgen, kan het een opluchting zijn om te weten dat gedrag dat aan het veranderen is veroorzaakt wordt door een ziekte.

- Als je kinderen in het ongewisse laat dan kan hun vertrouwen beschadigd worden. Het is vervelender voor kinderen zijn om te ontdekken dat de mensen waar ze het meest van houden niet te vertrouwen zijn, dan dat het is om de waarheid te horen.

- Het is voor kinderen leerzaam om te zien hoe volwassenen omgaan met ziekte, in dit geval dementie.

Het is belangrijk om de informatie die gegeven wordt aan te passen aan de leeftijd van het kind.
Geef in elk geval altijd eerlijke antwoorden op de vragen die het kind stelt, maar let erop dat er niet teveel informatie gegeven wordt. Kinderen verwerken alleen de informatie waar ze zelf interesse in hebben.


Het effect van een naaste met dementie op kinderen en jongeren

Als iemand die je dierbaar is dementie krijgt dan probeert elk familielid dat op zijn/haar manier te verwerken en ermee om te gaan.
Volwassenen die voor een naaste met dementie moeten zorgen kunnen last krijgen van vermoeidheid en stress. Daarnaast kan de zorg veel tijd in beslag nemen waardoor men vaak van huis is. Dit alles kan kinderen angstig en onzeker maken. Alles lijkt opeens te veranderen zonder dat daar een duidelijke uitleg voor is.

Aan jonge kinderen moet extra uitgelegd worden wat er allemaal aan het veranderen is bij de persoon met dementie.
Jonge mensen moeten over hun gevoelens kunnen praten gedurende de tijd dat er van alles aan het veranderen is.
Gevoelens die voor kunnen komen zijn o.a. :

- Rouw en verdriet om wat er gebeurd met iemand waar ze van houden
- Angst en onzekerheid over wat er in de toekomst gaat gebeuren met de persoon met dementie
- Angst, irritatie en schaamte om het ongewone gedrag van de persoon met dementie
- Verveling door steeds weer dezelfde verhalen aan te moeten horen
- Zich schuldig voelen over de evt. negatieve gevoelens die ze hebben tegenover de persoon met dementie
- Verwarring door de wisseling van rolverdeling (vroeger zorgde opa voor mij, nu moet ik voor opa zorgen b.v.)
- Het gevoel hebben de naaste met dementie te verliezen omdat het niet meer mogelijk is om ermee te communiceren op de manier zoals dat vroeger was.

Geef de jongere de tijd en mogelijkheid om gevoelens te uitten. Praten kan helpen om veranderingen te kunnen plaatsen.
Help de jongere om zijn/haar verhaal te delen met vrienden. Stel voor om eventueel, als de jongere dat fijn vindt. samen aan naaste vrienden uit te leggen wat er met de persoon met dementie aan de hand is. Op deze manier ontstaat er begrip voor de gevoelens van de jongere.
Het is heel belangrijk dat kinderen begrijpen dat dementie niet te genezen is en dat de persoon die het heeft alleen maar achteruit zal gaan. Praat daarom niet alleen in het begin van de ziekte met de jongere, maar gedurende het hele ziekteproces.

Voorkomende angsten

- Kinderen kunnen bang zijn om met volwassenen te praten over hun zorgen omdat ze weten dat de volwassen belast is met de zorg voor de naaste met dementie. Ze willen deze dan niet nog verder belasten.
- Oudere kinderen en tieners kunnen zich schamen om hun gevoelens te tonen. Ze kunnen proberen hun emoties te verbergen door schijnbaar ongeïnteresseerd te zijn.
- Kinderen kunnen denken dat zij schuldig zijn aan de ziekte.
- Kinderen, jongeren en ook volwassen kunnen bang zijn om later zelf dementie te krijgen.

Leg aan kinderen goed uit wat dementie is. Informatie hierover is te vinden op de site van Alzheimer Nederland, maar ook op veel andere sites op het web. Voor jonge kinderen zijn er boekjes op de markt die op hun niveau dementie uitleggen. Er zijn ook youtube filmpjes te vinden waar dementie duidelijk op uitgelegd wordt.

Symptomen om te herkennen dat er iets aan de hand is

Als u zich zorgen maakt over de invloed van de situatie op het kind dan kunt u op de volgende symptomen letten:

- Angst gerelateerde symptomen: Nachtmerries, slaapproblemen, aandacht zoeken of ondeugend gedrag en onverklaarbare pijnen zijn allemaal tekenen van angst. Ze tonen aan dat het kind mogelijk meer steun nodig heeft. Praat met het kind over de symptomen die u denkt te herkennen.  Als u denkt dat het kind niet me u wil praten schakel dan evt. een vertrouwenspersoon van school in of probeer het met behulp van de huisarts.

- Huiswerk: Kinderen kunnen door de situatie in problemen komen op school. Concentratie problemen, geen huiswerk meer kunnen maken, niet meer op kunnen letten zijn tekenen dat er iets aan de hand is. Praat hierover met leerkracht zodat er op school ook rekening gehouden kan worden met de gevoelens van het kind en hier de juiste begeleiding bij geboden kan worden. Blijf in gesprek met school over het onderwerp.

- Ongeïnteresseerde houding: De hele situatie lijkt het kind niet te raken. Hij/zij is overdreven vrolijk en gaat gewoon door met het leven zoals het was. Hij/zij lijkt onaangetast.
Het kan dan nodig zijn om tactvol uit te nodigen tot een gesprek over dementie. Praat er met elkaar over waar het kind bij is. Houdt dan het gesprek vooral informatief en breng positieve kanten naar voren. Het kind zal dan in eerste instantie waarschijnlijk alleen maar luisteren. Probeer in een later stadium het kind uit te nodigen om over gevoelens te praten. Het kan helpen om dan de eigen gevoelens bespreekbaar te maken. Stel open vragen aan het kind om zo tot een goed gesprek te komen.

- Huilerig gedrag: Sommige kinderen proberen aandacht te vragen door vaker te huilen, dit geldt met name voor jongere kinderen. Geef kinderen extra aandacht. Ga vaak op bezoek bij de naaste met dementie en praat daarna over het bezoek. Stel vragen aan het kind die te maken hebben met de veranderingen van de persoon met dementie. Geef het kind de tijd om alles te verwerken en maak er geen drama van als het kind om niets lijkt te huilen. Probeer de oorzaak te achterhalen.
Soms helpt het om kinderen hun gevoelens op papier te laten zetten, door te tekenen of het op te schrijven.

- Teruggetrokken gedrag: Oudere kinderen en tieners kunnen zich gaan terugtrekken uit de situatie. Vaak lijken ze bezig met hun eigen leven en kunnen ze zich, meer dan normaal, terugtrekken in hun eigen kamer.
Blijf het kind betrekken bij het gezinsleven. Breng het onderwerp dementie te sprake op momenten dat jullie als gezin bij elkaar zijn b.v. tijdens het avondeten. Hou de gesprekken objectief en maak het niet te lang.

- Overdreven betrokken zijn: Het kan zijn dat kinderen zich zoveel zorgen maken dat ze alle problemen willen gaan oplossen. Dit kan ten koste gaan van hun eigen ontwikkeling. Het is niet de verantwoordelijkheid van het kind om de persoon met dementie te helpen. Kinderen mogen helpen als ze dat willen, maar de verantwoordelijkheid ligt bij de volwassene, bij de mantelzorger van de persoon met dementie.
Kinderen die in hun ontwikkeling belemmert worden kunnen later in hun volwassen leven hier problemen mee krijgen.

Wat je kan doen om het kind te helpen

- Praten. Het is belangrijk om met het kind te praten en het gerust te stellen. Help het kind om de problemen waarmee het wordt geconfronteerd te begrijpen.
Het kind moet weten dat u er, ondanks alles, altijd voor hem/haar zult zijn. Maak daarom altijd tijd vrij voor uw kind, ongeacht hoe druk u het heeft.
- Leg de situatie duidelijk en rustig uit.
- Leg dingen uit met praktijkvoorbeelden. Vergeetachtigheid kan je koppelen aan een voorbeeld zoals: Opa wil 's morgens zijn werkkleren aandoen omdat hij denkt dat hij naar zijn werk moet. Hij is vergeten dat hij al lang niet meer hoeft te werken.
- Focus op dingen die de persoon met dementie nog wel kan doen, betrek het kind hierbij.
- Wees geduldig. Het kan zijn dat u dingen herhaaldelijk aan een kind moet uitleggen, afhankelijk van de leeftijd van het kind.
- Als u alle feiten op een rijtje heeft gezet, probeer dan het kind aan te moedigen om vragen te stellen.
- Vraag aan het kind wat voor gevoelens de dementie van de naaste bij hem/haar oproept. Luister goed naar de antwoorden om evt. symptomen (zoals boven omschreven) te herkennen.
- Stel het kind regelmatig gerust en houdt lichamelijk contact met het kind, een extra knuffel kan geen kwaad.
- Maak ook af en toe grapjes, dat mag ook over het gedrag van de persoon met dementie zijn (mits het niet kwetsend is). Humor ontspant en brengt mensen nader tot elkaar.
- Laat de persoon met dementie (als het in een vroeg stadium is) zelf gesprekken voeren met het kind. Dit kan een positief effect hebben op de relatie tussen de persoon met dementie en het kind.
- Betrek het kind bij activiteiten die gedaan worden met de persoon met dementie.
- Laat het kind zelf een activiteit verzinnen om samen te doen.
- Neem het kind regelmatig mee op bezoek bij de persoon met dementie.
- Maak foto's van het kind samen met de persoon met dementie.

Heeft u nog aanvullende tips? Wij horen het graag en voegen ze dan toe.

Monika Eberhart



Bron: www.alzheimers.org.uk


1 opmerking:

  1. Goed dat hier aandacht voor is. Mijn zoon van 11 doet zijn spreekbeurt op school over dementie. Dit helpt hem in het delen met zijn vriendjes en tegelijkertijd verdiept hij zich in de ziekte en de gevolgen.

    BeantwoordenVerwijderen