zaterdag 13 juni 2015

Mantelzorg in de toekomst

Mijn Oma


Hallo! Ik ben Elise en ik ben 9 jaar oud. Ik woon samen met mijn mama en twee broertjes in Haarlem. Een papa heb ik jammer genoeg niet meer, hij is dood gegaan toen ik drie was, papa had kanker en daar ga je meestal dood aan.
Ik zit op de Kikkersprong school in groep 6.
Mijn broertjes en ik hebben de liefste oma van hele wereld. Ze is nog best jong voor een oma, ze is 66 jaar. Jammer genoeg is mijn oma ziek, ze is ziek in haar hoofd. De dokter heeft gezegd dat oma dement is, eigenlijk heeft haar ziekte een moeilijk woord maar dat kan ik niet onthouden. Ik noem het gewoon dement, dan weet iedereen wat ik bedoel.
Mijn oma heet Mieke en ze is eigenlijk al best lang ziek, daarom woont ze in het verpleeghuis Morgenregen in Haarlem. Oma woont daar met nog zeven andere mensen die dement zijn en een woonhoek. Dat is een woonkamer met een keuken en een wasruimte. In de gang zijn acht deuren van de slaapkamers van de mensen. Ze hebben allemaal een eigen badkamer en w.c. Het is ziet er heel mooi uit en er zijn twee zusters die voor alle acht de opa's en oma's moeten zorgen. Zij slapen daar niet hoor! en het zijn ook niet altijd dezelfde die er werken, de ene week zijn zuster Patricia en Simone er en de andere week zuster Anna en Jasmijn. Ik vind zuster Simone het liefst, zij gaat altijd liedjes met oma zingen.
Mijn oma was altijd gek op zingen. Toen ik klein was zong ze voor mij en mijn broertjes bijna elke dag liedjes. Mijn oma was ook onze oppas en kwam vier dagen in de week voor ons zorgen omdat mama dan moest werken en papa er niet meer was. Tot mijn oma ziek werd, toen kon het niet meer en moest mama stoppen met werken omdat ze zelf voor ons moest zorgen. Ik was toen zes en mijn broertjes vier. Had ik al verteld dat mijn broertjes een tweeling zijn? Allebei uit een eitje en ze lijken sprekend op elkaar, ze zijn allebei ook even vervelend. Nu zijn ze zeven en nog steeds vervelend.
Toen mama moest stoppen met werken moesten we jammer genoeg ook verhuizen. Mama moest het huis verkopen omdat het te duur was. Dat vond ik heel jammer want in dat huis rook het soms nog een beetje naar papa, in ons nieuwe huis is papa nooit geweest. We hadden een huis met een tuin en een gezellige keuken met een hele grote tafel waar we dan met oma aan zaten en wedstrijden hielden wie het hardst en mooist kon zingen. Je had dan gewonnen als je het hele liedje ook goed zong. Oma won het vaakst, ze kende superveel liedjes.
Nu is alles anders dan toen en soms word ik daar verdrietig van. We wonen in een flat met een heel klein balkonnetje en mijn broertjes en ik slapen op een kamer. Mama kan nog steeds niet werken, ze is ook een beetje depressief omdat ze papa en oma mist. Oma is er nog wel maar ze is niet meer oma zoals ze was. En papa......papa komt nooit meer terug.
Omdat mama niet kan werken moeten we in een kleine flat wonen die niet duur is. Mama krijgt nu een uitkering en dat is niet veel daarom mag ze elke week eten halen bij de voedselbank en krijgt ze vaak kleding voor ons van vriendinnen. Soms gaan we met z'n allen een middagje naar de kledingbank (dat is net zoals de voedselbank, maar dan met kleding). Ik mag dan samen met mijn broertjes zes dingen uitkiezen en dat is altijd supercool want ze hebben daar kleding van de coolcat en de H en M. Twee keer per jaar mogen we daar ook schoenen uitzoeken. Mijn broertjes willen dan altijd gympen maar ik wil het liefst schoenen met een klein hakje, maar dat mag ik nog niet van mama. Misschien als ik twaalf ben, heeft ze gezegd.
Oh ja, ik had het over oma.
Oma woont dus in verpleeghuis Morgenregen en daar ga ik elke woensdagmiddag, zaterdag en zondag naar toe om voor haar te zorgen. Mama gaat elke dag naar oma toe om met haar koffie te drinken en een wandeling te maken. Tussen de middag eet ze samen met oma een boterham en dan gaat mama weer naar huis. 's middags om vier uur gaat ze er weer heen om met oma thee te drinken en een spelletje te doen en 's avonds gaat mama er nog even heen voordat oma naar bed gaat om te kijken of alles goed gaat met oma.
Ik ga dus elke woensdagmiddag en zaterdag en zondag. Dan doen oma en ik allemaal leuke dingen samen en op zaterdag gaan we samen naar de winkel in het gebouw waar we dan de boodschapjes halen die oma graag wil hebben. Dat vind ik altijd heel gezellig en oma koopt dan altijd een surprise ei voor mij. Later bij de thee maken we die dan samen open en kijken we wat voor cadeautje erin zit.
Op woensdagmiddag doe ik de was voor oma, daarmee help ik ook mama die dat dan niet hoeft te doen, zij heeft al zo druk. De zusters hebben geen tijd om alle was van de mensen te doen dus moet de familie dat doen. Er staan gelukkig drie wasmachines en twee drogers zodat je kunt wassen wanneer je wilt. Ik laat oma altijd helpen, zij zoekt de was uit (wit bij wit en donker bij donker) en als het droog is dan gaan we het samen opvouwen.
Op zaterdag maak ik oma's kamer schoon, daar hebben de zusters ook geen tijd voor. Er is wel een meneer die elke ochtend wat schoonmaakt, maar hij mag niet alles doen. Afstoffen en bed verschonen moet de familie doen. Er hang een lijstje op de deur wat de familie allemaal moet doen en je moet ook een kruisje zetten op een lijst als je iets gedaan hebt. Zo kunnen de zusters in de gaten houden of de familie wel goed voor de mensen zorgt.
Op zondag ga ik samen met oma naar de mis in de aula van het verpleeghuis. Daar praat ik zelf altijd even met papa. Ik weet niet of hij mij kan horen, maar het is een fijn gevoel om met hem te kunnen kletsen.
Ik vertel dan aan papa dat ik hem heel erg mis en dat ik het niet altijd leuk vind dat ik voor oma moet zorgen omdat ik soms niet naar verjaardagsfeestjes kan omdat ik dan naar oma moet. De meeste feestjes zijn op woensdagmiddag en ik moet dan de was met oma doen. Ik wil heel graag op turnen, maar dat kan ook niet omdat het voor mama te duur is en omdat ik op zaterdag altijd naar oma moet om te helpen en turnen is op dinsdagavond en op zaterdag. Soms ben ik boos op oma, als ze niet ziek zou zijn dan zou ik niet altijd voor haar hoeven te zorgen. Het is niet eerlijk om boos te zijn op oma, zij kan er niets aan doen dat ze ziek is. Ik moet eigenlijk boos worden op de regering, zij hebben bedacht dat de familie meer voor de ouderen moet gaan zorgen en als we dat niet doen dan is er niemand die het wel kan doen en gaat het slechter met oma.

Ik hou heel veel van mijn oma, maar ik zou best wel eens vrij willen zijn op woensdagmiddag en in het weekend. Als ik dat tegen mama zeg dan gaat ze huilen en zegt ze dat ze niet zonder mijn hulp kan omdat ze ook nog voor mijn broertjes moet zorgen. Mama is heel blij met mijn hulp, ze zegt dat als ik er niet zou zijn dat het dan heel slecht zou gaan met oma. Mama zegt dat als ik nu veel voor oma zorg dat ik dan later als ik groot ben ook voor haar kan zorgen want, er is over 50 jaar geen zorg meer voor oudere mensen en dan moeten kinderen voor hun ouders gaan zorgen.
Omdat ik heel veel van mijn oma houd probeer ik niet te veel te klagen en ben ik altijd vrolijk als ik bij oma ben, maar van binnen moet ik vaak huilen……als ik later groter ben dan zal ik het anders doen, maar hoe anders dat weet ik nog niet.

Monika Eberhart

Geen opmerkingen:

Een reactie posten